Haptonomisch diëtist

Zodra bepaalde gevoelens worden gedempt met eten, is er sprake van emotioneel eetgedrag

Blij zijn is een heerlijke emotie. Het geeft je energie, zin om iets leuks te doen. Het laat je levensvreugde ervaren. Blijdschap is de motor die je vooruit helpt.

Dat gevoel zouden we zo veel mogelijk willen ervaren. Maar boosheid, angst, verdriet en schaamte horen ook bij ons gevoelsleven. Wanneer we deze emoties niet mogen voelen van onszelf, werkt het juist averechts. Want zodra we deze gevoelens niet mogen ervaren, zijn we ook niet meer in staat om vreugde en blijdschap te voelen. Maar zijn we überhaupt nog in staat om goed te voelen wat er in ons speelt? Zijn we in de huidige maatschappij te veel geneigd om te rationaliseren en te redeneren? Om niet te zeuren maar vooral door te gaan?

Elke emotie heeft een functie of een boodschap. Zo laat boosheid veelal een duidelijke grens zien. Angst laat je zien wat je niet wilt verliezen en wat belangrijk voor je is. Maar hoe ga je om met deze boodschap? Door drukte, stress of bepaalde gebeurtenissen in het leven kunnen we minder in contact zijn met ons eigen gevoel of kunnen we er niet goed mee omgaan. Het gevolg is dat gevoelens worden opgekropt, je niet goed kunt aangeven waar je grenzen zijn en wat echt belangrijk is voor jou. Je leeft vanuit je hoofd en niet vanuit je lijf.

Hierdoor kun je (al dan niet onbewust) het gevoel krijgen dat het leven niet meer stroomt en dat je vast loopt. Dit kan ook een negatief effect hebben op het eetpatroon, bijvoorbeeld door te overeten of juist door niet voldoende te eten. Zodra bepaalde gevoelens worden gedempt met eten, is er sprake van emotioneel eetgedrag.